Onlangs was Maarten van Rossem bij Op1 om te praten over de huidige crisis. Hij betichtte de aanwezigen van een historisch besef van nul. Aan het eind van de uitzending kreeg hij na veel gebekvecht de gelegenheid om te analyseren hoe het zover heeft kunnen komen. Volgens Van Rossem was de politiek tot en met de jaren zeventig nog verankerd door de zuilen. Dat veranderde in jaren tachtig en negentig toen paars ons land in een electorale bubbel bracht, de zogenoemde BV Nederland. Die heeft veel kapotgemaakt, zekerheden verdwenen. De overheid werd kleiner met meer managers en minder experts. Veel werd overgeheveld, met te weinig budget, naar gemeentes, die grootschaliger moesten worden, omdat dat efficiënter zou zijn. In deze digitale liberale wereld heeft de bovenlaag van de bevolking niets te klagen, maar de onderlaag wel degelijk (zie toeslagenaffaire). De overheid moet er zijn voor de burgers. Dan pas krijgt men weer vertrouwen in de overheid.