Welke minderheden zorgen ervoor dat we in heel Nederland een vrije dag hebben? Van oudsher zijn het de religies die maken dat we op bepaalde dagen iets vieren. De heidenen hadden feesten, gebaseerd op het weer, zoals de winterzonnewende. Later kwamen de christelijke feestdagen. Dat zijn er inmiddels heel wat voor een minderheid: eerste en tweede paasdag, hemelvaartsdag, eerste en tweede pinksterdag, eerste en tweede kerstdag. Terwijl nog maar twintig procent katholiek is en vijftien procent protestant. En we gedogen de moslims (5%) met hun Suikerfeest, maar zonder officiële feestdag. Door de minderheidsgroep, de familie Oranje, hebben wij toch maar mooi Koningsdag.
De dag van de arbeid is verwaterd. Gelukkig staat de Bevrijdingsdag nog vier overeind. De PvdA, D66 en GroenLinks zijn er nu ook voor dat we vanaf 2023, als de slavernij honderdvijftig jaar is afgeschaft, van 1 juli Keti Koti een nationale feestdag maken. Los van het belang om daar aandacht aan te besteden, kijken we naar die minderheid, dan wonen 349.000 mensen van Surinaamse afkomst en 151.000 van Antilliaanse afkomst in ons land. Altijd nog meer dan de Oranjes.