In 1996 verscheen al een boekje van de Registratiekamer over de uitgangspunten en regels voor het werken met persoonsgegevens. Dit onafhankelijk bestuursorgaan adviseert de regering en toetst gedragscodes. Sinds die tijd heeft internet een enorme vlucht genomen. Iedereen was zo blij met de komst van sociale media, dat we nauwelijks stilstonden bij de toenemende macht van Facebook, Twitter en LinkedIn. Bijna de helft van de Nederlandse reclame-inkomsten verdwijnt inmiddels wel in de zakken van de aandeelhouders van de eigenaren van deze sociale media.
Iedere burger kan inzage krijgen, gegevens wissen of rectificeren. Maar wie kan en doet dit? Hoewel de bescherming van persoonsgegevens een Europees grondrecht is, sta je als burger vaak machteloos. Onze eigen ambtenaren kunnen er niet eens goed mee omgaan: Toeslagenaffaire!. De algoritmen werden verkeerd toegepast en snel herstellen blijkt te moeilijk. “De PvdA neemt de bescherming van je gegevens serieus en heeft passende maatregelen genomen om misbruik, verlies, onbevoegde toegang, ongewenste openbaarmaking en ongeoorloofde wijziging tegen te gaan”, staat op hun site.