Netanyahu maakt misbruik van oorlog en Rutte gebruikt ‘m als voorbereiding voor nieuwe baan. In een reportage in The New Yorker van 9 november onderzoekt Masha Gessen de vele manieren waarop het burgerleven in Israël de afgelopen maand is stil gelegd. Universiteiten hebben de start van de lessen uitgesteld; rechtbanken behandelen minder zaken. Maar misschien wel het grootste voorbeeld van de maatschappelijke afkoeling is het verbod op de vrijheid van meningsuiting, gericht op Palestijnse en Israëlische burgers die afwijkende meningen uitten over de oorlog met Hamas. Dit kwam in de vorm van arrestaties, ondervragingen, banenverlies en schorsingen, en het online ophitsen dat leidt tot geweld. Israëlische vredesactivisten, schrijft Masha Gessen, zijn ‘het doelwit geweest van rechtse bendes, met wat de stilzwijgende goedkeuring van de regering lijkt te zijn.’ Intussen ervaren de Palestijnen ‘de volle kracht van het repressieve apparaat van de regering.’ Zoals een advocaat die momenteel tientallen Israëlische Arabieren vertegenwoordigt die hun baan zijn kwijtgeraakt of van universiteiten zijn geschorst, betoogt: ‘Het grote publiek beweert dat het gekwetst is, en ze willen niet dat iemand andere gevoelens uit.’