Je kan als politieke partij plannen hebben die goed zijn voor het land en iedereen die daar woont, maar toch verlies je van partijen die de ongelijkheid vergroten en minder goed zijn voor het land. Dat komt omdat die partijen charismatische, enigszins populistische leiders hebben, die vrolijk, geestig en optimistisch zijn, of in ieder geval zo overkomen. Twee voorbeelden zijn Boris Johnson en Mark Rutte. Lia van Bekhoven doet gisteren op de NPO1-radio verslag over de situatie in het Verenigd Koninkrijk. Zij zegt dat schappen in de supermarkten soms niet gevuld worden, op haar weg van huis naar de metro slapen al maanden zes daklozen, de benzinestations moeten bevoorraad worden met hulp van militairen en het aantal armen groeit. Johnston belooft echter een roze toekomst en staat hoog in de peilingen. In ons land is het gelukkig (nog) niet zo erg. Maar ondanks al zijn blunders, gelieg en niet nakomen van beloftes, stijgt ook Mark Rutte in de peilingen. Zijn al die mensen nou zo dom, of moeten we op zoek naar een leider met de uitstraling van Rutte/Johnson, maar dan wel met een sociaaldemocratische visie?