Afgelopen week was er veel te doen over ‘De week van de lentekriebels’, een nationale projectweek voor het speciaal- en basisonderwijs. Vragen in de Tweede Kamer, aandacht in de media en ook hier weer doodsbedreigingen voor de makers. Het gaat allemaal om lessen in weerbaarheid, relaties en seksualiteit. Vandaag is officieel de laatste dag. Het thema dit jaar was ‘Wat vind ik fijn?’. Het gaat hierbij om positieve seksuele vorming. Onderwerpen die aan bod kwamen: leren over je lijf, praten over wat je fijn vindt, autonomie en een positief zelfbeeld. Toevallig zat ik eind jaren zestig in de werkgroep van de gemeente Amsterdam om seksuele voorlichting standaard op te nemen in de lesprogramma’s van alle openbare scholen. Dat was wezenlijk anders dan nu. Maar meer dan een halve eeuw later is er toch weinig veranderd, als het gaat om de verlegenheid van ouders om het met hun kind(eren) over seks te hebben. Daarom is het goed dat er op school positief gesproken wordt over hun lijf, relaties, liefde en seksualiteit. Zo leren kinderen hoe ze daarover kunnen praten.