Een uitgebreid artikel van Rudie Kagie in het kleurenkatern van Vrij Nederland van 9 december 1978, toen het nog een weekkrant was, over de Amerikaanse volksschrijver van links, Upton Sinclair. In die tijd nog gedrukt en gelezen. Ik herinner me dikke boeken in onze boekenkast, maar gelezen heb ik ze niet. Misschien jammer, want Sinclair beheerste volgens Kagie de kunst om een geslaagde proletarische roman te schrijven, gebaseerd op journalistiek onderzoek naar de corruptie binnen religieuze gemeenschappen, de verhulde macht van de olie- en staalmonopolies en de bindingen tussen kranten (lees nu: media), politieke partijen en het bedrijfsleven. Toen hij stierf had hij 98 boeken geschreven, honderden pagina’s dik in hele kleine letters (ik denk dat ik daarom vroeger geen interesse had), 26 toneelstukken en honderden artikelen en essays. Hij correspondeerde met onder andere Trotsky, Ghandi, Lenin, Roosevelt, Kennedy, Einstein en Frederik van Eeden. Ruim een kwart miljoen van zijn brieven zijn bewaard gebleven. Toevallig lees ik dit in een oude VN, maar wie kent Upton Sinclair nog? Het gezegde ‘wie schrijft die blijft’ geldt denkelijk niet voor hem.