Hoe word ik rijk zonder gezeik?
Nicolaas Verheul, die als experiment voor de klas stond, in de psychiatrie werkte en maatschappelijk werker was, verwerkte dit steeds in een televisieserie. Onlangs schreef hij een column in Vrij Nederland met als kop: ‘Links zeikt misschien wel gewoon te veel’. Dat doen we te lang. In de opbouwjaren na de Tweede Wereldoorlog kreeg je een splitsing in arbeiders en witte boorden. Die laatste groep kreeg meer aanzien. Daar hebben we een halve eeuw later nog last van. Want loodgieters worden niet lager opgeleid dan boekhouders, maar anders. Daarbij komt dat het lijkt of we sinds Den Uyl niet afkomen van het ‘opgeheven vingertje’. Verheul: “Met eigen ogen zag ik de impact van ons verschraalde sociale vangnet. Achter de voordeuren heb ik geen enkele linkse stemmer ontmoet, terwijl de linkse partijprogramma’s vrijwel naadloos aansluiten bij de economische en sociale behoeften van de bewoners. Maar links was hier symbool geworden van de kloof tussen arm en rijk, tussen de elite en het volk. (…) We zijn misschien gewoon niet zo leuk.” Volgens Verheul strijdt links te veel voor dingen die niet meer mogen.