Els Quaegebeur interviewt in Vrij Nederland zes nieuwkomers in de Tweede Kamer onder wie Habtamu de Hoop (23). Hij is het jongste Kamerlid van nu en de twee na jongste in de parlementaire geschiedenis. Hij leerde presenteren bij Klokhuis en als raadslid van de gemeenteraad Súdwest-Fryslân. Daar groeide hij op als oudste zoon van een boerenechtpaar dat hem adopteerde als acht maanden oude baby uit Ethiopië. In de Kamer wil hij “opkomen voor de jongeren die opgroeien met veel minder kansen dan hun ouders en grootouders. De huizen zijn onbetaalbaar, het milieu is kapot, vast banen met doorgroeimogelijkheden zijn moeilijk te vinden.” Wat hij ook wil is de kloof tussen de Randstad en het Noorden dichten. “Friezen en Groningers vinden dat Haagse politici hen respectloos behandelen. Voor gasboringen en zoutwinningen weten ze hun provincies te vinden, maar als ze daar vragen om een snelle treinverbinding is die er na vijftig jaar nog niet. Je bent sneller van Rotterdam in Parijs dan van Rotterdam in Leeuwarden. Ik ga de barricades op voor een snelle trein, en ik weet me gesteund door een substantiële achterban.” Hopelijk zorgt Habtamu voor ledengroei onder jongeren.