In de Volkskrant vertelt cabaretier en filosoof Tim Fransen over de geschiedenis van stikstof. Net zoals veel uitvindingen heeft die van kunstmest z’n positieve en negatieve kanten. De Duitse scheikundigen Fritz Habers en Carl Bosch slaagden er in 1909 in om stikstof uit de lucht te halen en het te laten binden aan waterstof, zodat ammoniak ontstond, geschikt als basis voor kunstmest, later ook (in WOI en in WOII) voor het maken van munitie. Decennia later is er een wereldwijd stikstofprobleem. In ons land leggen we daardoor de bouw stil en willen we de veestapel halveren. De meeste stikstof komt niet terecht in ons voedsel, maar spoelt weg of komt in schadelijke verbindingen in de lucht terecht, met als gevolg luchtvervuiling, bodemverzuring en een drastische terugval van de biodiversiteit. Menselijk handelen bepaalt uiteindelijk de uitkomst. We moeten de veestapel niet alleen in Nederland, maar wereldwijd verkleinen, betoogt Fransen. Veeteelt is een uitzonderlijk belastende en inefficiënte vorm van voedselproductie. Het telen van gewassen voor het voeden van dieren die vervolgens ons moeten voeden, komt neer op grootschalige voedselverspilling. Een waarheid als een koe.