Wie heeft de macht in ons land? Is dit de Tweede Kamer, of zijn dat de ambtenaren? En is in een gemeente, zoals de onze, de raad die het voor het zeggen heeft, of zijn het achter de schermen de ambtenaren die het beleid bepalen? In de Van Dale staan drie definities voor bureaucratie: 1. heerschappij van de ambtenaren, 2. het te rigoureus vasthouden aan ambtelijke maatstaven en voorschriften, dat kan ontaarden in machtsmisbruik en bedillerij jegens het publiek, 3. het geheel van regelende instanties en regelingen. Het woord bureaucratisch krijgt – met in ons achterhoofd de toeslagenaffaire – een steeds negatievere klank.
Maar uiteindelijk is ‘de politiek’ die bepaalt hoe alles reilt en zeilt in ons land. Zij is degene die van Nederland een moeizaam werkende papierwinkel heeft gemaakt met stempeltjes en handtekeningen, die gecontroleerd moeten worden. En dan krijgt die wijsneus ook nog zijn zin, die zegt dat we de controle achteraf niet moeten vergeten.