‘Armoede bestaat en blijft bestaan omdat de niet-armen er baat bij hebben,’ zegt Princeton-hoogleraar en Pulitzer prijswinnaar Matthew Desmond in Vrij Nederland (interview Maaike Schoon). Hij studeerde in Arizona waar zijn universiteit jaarlijks miljoenen dollars spendeerde om een kunstmatig meer in stand te houden, water dat verdampte onder de felle zon, terwijl een paar straten verderop de daklozen op straat leefden. In zijn nieuwe boek #Poverty, by America vraagt hij zich af ‘als er zoveel geld in omloop is, waarom dan al die armoede?’ Sommige Europese landen kijken naar het Amerikaanse beleid zoals ooit Margareth Thatcher. Dat is in negatieve zin nog steeds merkbaar. Desmond gebruikt ook Nederlandse voorbeelden, zoals ‘straatarts Michelle van Tongerloo, die op LinkedIn het oerwoud aan beleidsregels beschrijft dat zij tegenkomt in een poging patiënten te helpen, en hoezeer alles ophoudt als je geen toegang hebt tot het meest essentiële: een huis. Of neem de stukken van de directeur van de Wiardi Beckman Stichting Tim ‘S Jongers, die beschrijft hoe arme mensen eerder een ‘beweegcoach’ en een ‘energiecoach’ toegewezen krijgen dan dat wat veel meer nodig is: geld.’