Smeergeld hoort erbij
In 2017 was ik voor een PUM-project in Beiroet, ooit het Parijs van het Midden-Oosten genoemd. Maar dat is het al lang niet meer. Na WO I werd Libanon een Frans mandaatgebied tot 1943. Daarna een republiek met tot op heden een regeringsconstructie die er zo uitziet: een christelijke president, een soenniet als premier en de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden een sjiiet.
Het is een voorbeeld van netjes gesjoemel, terwijl je in het land gesjoemel ziet dat niet netjes is. Daar liep ik tegenaan toen ik met knappe koppen sprak in de ICT-business. Ik moest proberen bedrijven samen te laten werken, een soort vakcentrale op te richten. We bespraken regels voor export. En daar kwam naar voren dat export naar andere Afrikaanse landen onmogelijk is zonder smeergeld. Als dit niet meer zou mogen, dan kunnen we net zo goed stoppen, was hun mening. “Dat is hier en in heel Afrika nu eenmaal gebruikelijk. Anders kan je geen zaken doen.”
In buurland Israël staat Netanyahu terecht voor fraude, corruptie en omkoping. Een land waarvan we dachten dat zij zich wel netjes aan regels zouden houden.