Eus was gisteren bij ons
Buiten staat Piet Hein Gons, vestigingscoördinator van bibliotheek Gooi+ in Bussum, te praten met de uitgever van Özcan Akyol, die gaat spreken op de dag van de eerste ‘Nationale Ongelezen Boekendag’. Het is ook de ‘Boekenweek van jongeren’. Daarom ligt er een stapeltje gratis boeken op de balie. Er staan daarin verhalen van Astrid Boonstoppel, Michel van Egmond en Sholeh Rezazadeh. Ik neem een boekje mee en ga in een van de leunstoelen zitten in afwachting van Eus. Er zijn ongeveer dertig mensen aanwezig, veel dames, onder wie directeur van Gooi+ Marjan Buvelot, een paar mannen, maar geen jongeren. Die zitten misschien gebogen over hun huiswerk.
Eus vertelt, anderhalf uur staand, over zijn ouders, die hun hele leven analfabeet zijn gebleven, zijn jeugd in Deventer en het begin van zijn schrijversloopbaan. Die begon toen een cipier hem in de gevangeis in Scheveningen in contact bracht met boeken. Hij startte met Baantjer, maar het werden er veel meer. “Door boeken ging ik video’s in mijn hoofd zien”, zei Eus. “Boeken brachten mij in contact met de buitenwereld, die ik tot dan toe niet kende.”