Uit de zaterdagcolumn van Tommy Wieringa in de Volkskrant: “(…)Het laatste paarse kabinet hield kort na Fortuyns dood in 2002 op te bestaan, maar in haar verstoorde werkelijkheidsbeleving zucht het land permanent onder een progressief-liberaal juk. Met andere woorden: alles wat er in dertien neoliberale jaren onder Rutte misging is de schuld van links. Links is het duizenddingendoekje waarmee rechts zijn falen wegpoetst. Het regende onthutste sociaaleconomische verklaringen na Wilders’ daverende overwinning. Waar het niet over ging, is dat veel Nederlanders eenvoudigweg niet zoveel op hebben met democratie en rechtsstaat. Ze kregen het als geboortegeschenk mee, zonder dat iemand ze ooit vertelde wat er nu precies de waarde van is. Uit een recent verschenen ICCS-onderzoek wordt duidelijk dat Nederlandse jongeren zorgelijk veel minder over democratie en burgerschap weten dan leeftijdgenoten in vergelijkbare West-Europese landen. Later in hun schoolloopbaan neemt het vak maatschappijleer dat verschil nauwelijks weg.” Tellen we daarbij de uitkomst van het recente PISA-onderzoek, waaruit blijkt dat de leesvaardigheid van Nederlandse vijftienjarigen schrikbarend gezakt is (zelfs onder het internationale gemiddelde), dan is de verbetering van het onderwijs prioriteit voor de nieuwe regering.