Alles gaat sneller en zelfs, met een mooi woord, exponentieel sneller. Het gaat dus steeds sneller en sneller. Dat is in het verkeer, bij het wisselen van een baan en dus ook in de politiek, waar een leegloop plaatsvond van politieke leiders. Men heeft geen zitvlees meer, zoals Joop den Uyl, die bij zeven verkiezingen lijsttrekker was. In het verleden bleven Kamerleden lang zitten, maar sinds de jaren 60 van de vorige eeuw vertoont de ervaring van Tweede Kamerleden een – zij het niet constante – dalende lijn. Het aantal Kamerleden met langdurige Kamerervaring neemt dus af. Er komen bij verkiezingen steeds meer nieuwkomers, soms zelfs zonder enige politieke ervaring. En die blijkt onontbeerlijk. Niet alleen in de politiek zijn veel nieuwkomers, ook in ons land. Zij hebben soms moeite met de taal. Als politicus moet je (veel) ingewikkelde stukken razendsnel kunnen lezen, begrijpen en voor je achterban helder en duidelijk kunnen vertalen in gewone mensentaal. Aan dit laatste ontbreekt het vaak. Jan Schaeffer was zo’n uitzondering. Hij kon het wel. Dat zijn de politici die we nodig hebben.