Veel besproken is de kloof tussen arm en rijk. Hoe die laatste groep steeds rijker wordt (de armen steeds armer) met hoge banksaldo’s in ons land en in belastingparadijzen. Nu blijkt dat Ingrid Robeyns, hoogleraar ethiek (Universiteit Utrecht), de grondlegger is van het limitarisme. In de Volkskrant schrijft zij, dat volgens de gemiddelde Nederlander de rijkdomsgrens ongeveer 2,2 miljoen euro is. Tweederde van hen vindt een gezin superrijk als die twee auto’s heeft, vijf keer per jaar op vakantie gaat en een miljoen op de bank heeft. Als het vermogen stijgt naar 10 miljoen, dan vindt 83 procent zo’n gezin superrijk. Het overgrote deel van de Nederlanders is geen voorstander van een rijkdomsgrens. Men is voorstander om de rijken zwaarder te belasten. De ongelijkheid gaat niet alleen over armoede, maar ook over verschillen in reële kansen en over verschillen in de levensstandaard van mensen. De kabinetten Rutte hebben het economisch stelsel veel beter ingericht voor de rijken dan voor de gewone werknemer. PvdA pleit voor loonmatiging aan de top en het progressief belasten van winsten en vermogensinkomsten.