De wereld verandert steeds sneller, dat noemt men ‘exponentieel’. In het klein: een onenigheid werd vroeger uitgesproken, of men ging met elkaar op de vuist, nu nemen jongeren een mes en de criminele jongeren gebruiken gewetenloos een vuurwapen. Zo’n verandering (wel ietsje anders) zie je ook op regeringsniveau. De afgelopen vier kabinetten stapelden de crises zich zo snel op, dat er nauwelijks tijd voor aftreden was. In sommige gevallen was het niet te vermijden, zoals bij de ministeries van Justitie & Veiligheid en van Financiën. In ons land is men meer bezig met het oplossen van de stapels crises. Daar bovenop komen dan moties van de Tweede Kamer, die aangesteld is om onze regering te controleren. Maar alle partijen willen aan hun kiezers laten zien dat ze actief zijn. Daarom zijn er dit jaar ruim 4900 moties ingediend, die allemaal beantwoord moeten worden. In eerste instantie door ambtenaren, die ook de crises op moeten lossen. Zo komen ze dus nooit aan hun uiteindelijke taken toe: hun minister en staatssecretaris ondersteunen. Onze regering lijkt niet ingesteld op die snel veranderende wereld.