Weten onze regeringsleiders wel wat de menselijke maat is? Kunnen zij zich verplaatsen in al die mensen die in armoede leven, wat zich onder meer uit in (zeer) beperkte financiële middelen, sociale uitsluiting, gezondheidsproblematiek en beperkte toegang tot onderwijs? Bijna een miljoen mensen leven nu in een huishouden onder de lage-inkomensgrens, van wie 376.000 al ten minste vier jaar achtereen. Die aantallen zeggen de bewindvoerders waarschijnlijk weinig, wel voor al degenen die er middenin zitten. We moeten die abstracte cijfers nog aanschouwelijker maken. “Als getallen te groot of te klein zijn, kan ons brein ze niet goed bevatten”, schrijft Fieke van der Gucht in het blad Onze Taal. Ze vertelt over de invoering van de uniforme maten (het metrieke stelsel) na de Franse Revolutie. Ook in ons land werden in 1820 de oude maten als el en duim vervangen door meter en centimeter. En sinds 1 januari 1999 gebruiken ruim 300 miljoen Europeanen de euro als betaalmiddel. Eén op de zes Europeanen kan zich echter bepaalde uitgaven (euro’s) niet veroorloven wat betreft huisvesting, kleding, voedsel en vrije tijd. Waar blijft de menselijke maat?