Door jarenlang rechtsbeleid hebben we een grotere kloof tussen arm en rijk hebben gekregen. Steeds meer mensen zien dit gelukkig. Zelfs de geprivilegieerde mensen zoals Joris Luyendijk met zijn nieuwe boek De zeven vinkjes. Het werd voor hem eindelijk duidelijk dat voor de witte hoogopgeleide man zoveel meer mogelijk is. Sander Schimmelpenninck schreef in zijn Volkskrantcolumn dat de sociale ladder aan alle kanten gesaboteerd wordt en daarin speelt vermogensongelijkheid de hoofdrol. Met geld maak je geld en zorg je bijvoorbeeld dat je kinderen bijles krijgen.
In de PvdA zitten ook veel hoogopgeleiden. Socioloog Jonathan Mijs onderzoekt nu hoe mensen zelf over ongelijkheid denken en wat hun denkbeelden voedt. “We leven in een heel erg ongelijk land. De piek van de groeiende inkomensongelijkheid was rond 2000 wel bereikt, maar wat doorgroeit is de vermogensongelijkheid”, zegt hij in Het Parool. Dat werkt door van generatie op generatie. Er is óók nog sprake van etnische ongelijkheid, discriminatie op de arbeidsmarkt en in het onderwijs. Al zitten er aardige wat goed opgeleide mensen bij de PvdA, we zijn wel voor een gelijkere samenleving, want dat is (aldus Mijs) een veiliger samenleving.