De onderwaardering van het mbo

16 november 2021

Het mbo wordt al jaren ondergewaardeerd. Dat heeft ook met taal te maken. Het woord ambacht en arbeider leek minderwaardig. Onzin natuurlijk. Maar ja, wat doe je eraan? De ambachtsschool werd technische school en weer later onderdeel van het vmbo (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs), dat 4 jaar duurt en 4 leerwegen heeft. Daaronder vallen, de beroepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg. In beide gevallen krijg je dan 12 uur per week praktijkles. Na vier jaar kan je dan een van de tien profielen kiezen en doorstromen naar het mbo en die afronden in 2, 3, of 4 jaar. Terugkomend op de taal en status: om daar iets aan te doen, besloot men de mbo-leerlingen studenten te noemen. Het is een poging het mbo op te waarderen. Onlangs verscheen een interessant boekje van Amin Assad (1986) ‘ALLES voor JULLIE’. Hij rondde zijn opleiding Rechtsgeleerdheid af, maar werd geen advocaat. Hij besloot docent op het mbo en hbo te worden. Dit jaar werd hij gekozen tot Docent van het Jaar bij de Hogeschool Utrecht. Je krijgt een goed inzicht hoe schooladviezen tot stand komen en ondertussen lees je een aangrijpend verhaal van een Iraakse vluchteling.