Het Nederlandse schoolbestel, aldus Thorbecke in 1848, zou een afspiegeling moeten zijn van de samenleving, terwijl de vrije marktwerking de kwaliteit van het onderwijs ten goede zou komen. In 1917 werd een politiek compromis bereikt tussen de indertijd strijdende politieke partijen (socialisten, liberalen, katholieken en protestanten), waardoor er financiële gelijkstelling kwam tussen bijzonder en openbaar onderwijs. Hoe vaak is het in de Tweede Kamer sindsdien niet over Grondwetsartikel 23 gegaan en telkens wonnen de confessionelen. PvdA-Kamerlid Habtamu de Hoop doet nu een nieuwe poging om het artikel over de vrijheid van onderwijs aan te passen. Hij gaat verder met een wetsvoorstel dat door oud-partijleider Lodewijk Asscher in gang is gezet. In Trouw (6 okt) zegt Habtamu dat hij drie punten aan het artikel wil toevoegen: “Dat ieder kind recht heeft op onderwijs en kansengelijkheid. Dat iedere school zich moet houden aan de waarden van de democratische rechtsstaat, zoals non-discriminatie. En een acceptatieplicht voor scholen.”
